Wat doen tegen koude handen en voeten?

Koude handen en voeten is een fenomeen dat bij nogal wat mensen chronisch kan voorkomen. Maar wat is dit juist? De bloedvaten in de handen en de voeten zullen dan samentrekken, waardoor de bloedtoevoer naar de handen en voeten zal stoppen. Het bloed kan dus de handen en voeten niet meer bereiken en zal dan terug gaan naar de hart. Deze samentrekking wordt veroorzaakt door het zenuwsysteem. De meest voorkomende redenen hiervoor zijn kou en stress.

Oorzaken?

Naast de meest voorkomende redenen van stress en koude, zijn er nog andere redenen. Eén ervan is het syndroom van Raynaud. De bloedvaten van mensen die dit syndroom hebben zijn zeer gevoelig waardoor een lichte verandering van de temperatuur de bloedcirculatie kan verstoren. De vingers en de tenen zullen dan wit worden en kunnen zelfs blauw worden als het kouder wordt. Bovendien zullen de handen en voeten gevoelloos worden, wat vrij pijnlijk kan zijn.

Hiernaast kunnen afwijkingen van het hart van een persoon ook koude handen en voeten veroorzaken. Ook artritis of kwaaltjes die de bloedcirculatie beïnvloeden kunnen een oorzaak zijn. Specifieke voorbeelden zijn de ziekte van Bürger,  het carpaletunnelsyndroom (een aandoening in de pols waarbij een zenuw bekneld wordt), cyanose (het blauw kleuren van de huid door de aanwezigheid van hemoglobine in de bloedvaten) of bevriezing van de handen en voeten  of ‘frostbite’. Ook bij hevige rokers kunnen koude handen en voeten chronisch voorkomen door de schade aan de bloedvaten.

Chronische koude handen en voeten kan wijzen op anemie of te weinig bloed in het lichaam. Als dit gepaard gaat met moeheid, futloosheid en bleke huid kan je best je dokter raadplegen.

Behandeling

Om koude handen en voeten te behandelen is het belangrijk dat je de oorzaak er van kent. Een syndroom kan bijvoorbeeld door medicijnen worden behandeld. Dit is natuurlijk afhankelijk van de vaststelling door de dokter. Maar je kan er ook zelf voor zorgen dat het niet erger wordt. Als je bijvoorbeeld een roker bent, kan je deze gewoonte best wat temperen. Ook stress vermijden en je warm kleden tijdens de winter zijn bevorderlijk. Het is ook beter om de binnentemperatuur warm te houden.

Af en toe wat lichaamsbeweging en een gebalanceerd dieet zijn ook aan te raden. Je voeding moet ook genoeg omega-3 vetten bevatten want dit kan de pijn van het syndroom van Raynaud verminderen. Voldoende ijzer is ook belangrijk. Je moet er ook voor zorgen dat je genoeg water drinkt en het drinken van thee en cider voor je in de kou gaat kan ook helpen. Ten slotte moet je er voor zorgen dat je armen en benen in beweging blijven. Dit stimuleert namelijk de bloedcirculatie.

Tags , , ,

Chronische hoofdpijn

Iedereen heeft af en toe wel eens last van hoofdpijn. Het is dan ook de meest voorkomende chronische pijn en kan toch vrij serieus zijn. Bij sommigen leidt dit zelfs tot dagelijkse hoofdpijn. Bovendien kan dit door de opeenvolging van hoofdpijn en de aanhoudende aard ervan zeer storend zijn in de dagelijkse omgang voor deze mensen.

Oorzaak?

Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor chronische hoofdpijn. Soms kan er een onderliggende serieuze aandoening zijn, maar dit is doorgaans niet het geval. Chronische hoofdpijn is ingedeeld in verschillende categorieën gebaseerd op de aard en de ernst van de aandoening. De voornaamste categorieën zijn de primaire en de secundaire hoofdpijnen. De primaire zijn toe te schrijven aan een onderliggende oorzaak (zoals bijvoorbeeld migraine en hoofdpijn door spanning), terwijl secundaire hoofdpijnen worden veroorzaakt door andere medische factoren, zoals hoge bloeddruk, sinusitis, meningitis, hersentumors, etc.

Er zijn ook bepaalde factoren die het risico op chronische hoofdpijn kunnen verhogen: angst, slaapstoornissen, depressie, overgewicht en overmatig gebruik van bepaalde medicatie.

Verschillende soorten

Er zijn verschillende soorten chronische hoofdpijn. Een eerste soort is chronische migraine. Dit wordt gekenmerkt door een kloppende pijn aan één kant van het hoofd en worden veroorzaakt door een bepaalde fysische activiteit. Het gaat ook gepaard met misselijkheid.

Een tweede soort is hoofdpijn die veroorzaakt wordt door stress en overmatige spanning. Dit leidt tot een hoge bloeddruk en dus hoofdpijn. Deze hoofdpijn kan een paar dagen duren en voel je aan beide kanten van het hoofd en in de nek.

Een derde soort is de clusterhoofdpijn. Deze hoofdpijn voelt kloppend aan en kan een paar maanden aanhouden. De aanvallen van deze soort komen in cycli of clusters. Zo één cluster kan variëren tussen 1 en 12 weken. De pijn voel je dan maar aan één kant van je hoofd en je zal ook een lopende neus en rode ogen hebben. Een variant hiervan is de chronische paroxismale hemicranie, alleen de ernst is verschillend. Ten slotte is er nog sinusitis. Dit is een aandoening van de slijmvliezen in de neusholte die hoofdpijn kan veroorzaken. De pijn die hiermee gepaard gaat is voelbaar achter de ogen, de oren en het voorhoofd.

Behandeling?

De behandeling van chronische hoofdpijn is afhankelijk van de oorzaak en de soort. Lichte hoofdpijnen kan je behandelen met pijnstillers, al mag je niet teveel gebruik maken van deze medicatie. Voortdurende hoofdpijn die veroorzaakt wordt door een onderliggende aandoening kan beëindigd worden door die aandoening te behandelen. Bij gebrek aan zulke aandoening moet je de pijn proberen te voorkomen. Het is dus belangrijk dat je bij een aanhoudende hoofdpijn je huisarts raadpleegt zodat je kan uitzoeken wat eventueel de oorzaak is en je zo de behandeling daarop kan afstemmen.

Tags ,

Zonnebank, een gevaar of toch niet?

In de medische wereld heerst de mening dat zonnen in het algemeen de kansen op huidkanker verhoogt en huidveroudering versnelt. Dit gaat dan zowel over zonlicht als over zonnebanken.

Door de ultraviolet-stralen (UV-stralen) afkomstig van zonlicht wordt onze huid donkerder. Zonnebanken werken ook met UV-stralen. Maar teveel UV-straling is niet gezond voor de huid. Je huid lijdt er onder, zelfs als je er niks van merkt. Mensen zijn geneigd te denken dat het pas slecht is voor je huid als je verbrandt, rood wordt of begint te vervellen.

Melanine’, zo noemt men de natuurlijke stof die de bruine kleur van je huid bepaalt. Je ‘melanine’ bepaalt ook in grote mate je bescherming tegen zonnebrand en huidkanker. Als je gebruik maakt van een zonnebank zal je melanine verhogen en krijg je een donkerdere teint.

Doordat de UV-straling doordringt tot in de diepe lagen van de huid zal de huid er sneller door verouderen, pigmenteren en verrimpelen.

Wie niet veel melanine heeft, gemakkelijk verbrandt en moeilijk bruint, zal dit ook merken onder de zonnebank.

De risico’s

Je loopt een groter gevaar in de volgende gevallen:

– je bruint moeilijk
– je hebt last van ongewone reacties van zonlicht
– je hebt ongewone kleurpigmenten
– je bent ooit behandeld geweest tegen huidkanker
– je neemt medicatie of bent in medische behandeling, tenzij je dokter het je niet afraadt
– je krijgt reeds een UV-behandeling
– je hebt de voorbije 48 uur reeds een zonnebanksessie genoten
– je genoot meer dan 20 sessies het voorbije jaar

Uit onderzoeken blijkt steeds meer dat het onmogelijk is te zonnen zonder risico. Zelfs het natuurlijke zonlicht in normale hoeveelheden brengt risico’s mee. Zonnebank of andere toegevoegde UV-straling verhogen het risico alleen maar.

De straling van zonnebanken is gemiddeld vijf keer zo hoog als de straling van de zon op het sterkste punt van de dag.

Hoe problemen vermijden?

Als je je kansen op huidkanker zo laag mogelijk wilt houden, vermijd je best UV-straling. Zowel kunstmatig als natuurlijk.

Als je beslist toch risico’s te nemen, neem je best ook enkele maatregelen. Overleg met de uitbater van het zonnecenter waarom je de zonnebank wil gebruiken, wat je huidtype is, … en vraag om raad. Gebruik de brilletjes om je ogen te beschermen die in elk zonnebankcentra beschikbaar zijn (een gewone zonnebril is niet voldoende). Zwangere vrouwen worden afgeraden onder de zonnebank te gaan.

Vermijd in elk geval dat je huid verbrandt. Je huid heeft tussen elke zonnebanksessie tijd nodig om te herstellen en de melanine aan te maken. Daarom blijf je best nooit langer onder de zonnebank dan wettelijk toegelaten en respecteer je de aangeraden tussentijden tussen twee sessies in. Als je huid ongewone reacties vertoont stop je best onmiddellijk het gebruik van de zonnebank. Maar onthoud dat je huid altijd lijdt onder de UV-straling, ook als je er niet direct iets van merkt.

Voor de veiligheid controleer je best op voorhand ook hoe je zo snel mogelijk het toestel uitschakelt indien dit nodig zou zijn en zorg je er best voor dat er altijd iemand in de buurt is moest er iets mislopen.

Als je medicatie neemt is het beter de bijsluiter te controleren. Vaak vind je er dat de medicatie je gevoeliger maakt voor UV-straling. In dat geval ga je beter niet onder de zonnebank.

Als je ongewone verkleuringen of vlekken op je huid opmerkt contacteer je best zo snel mogelijk een dokter.

Zonnebankverslaving

De bruine teint is in de mode en steeds meer vrouwen en mannen maken gebruik van de zonnebank, bij gebrek aan voldoende natuurlijk zonlicht. Maar dit werkte ook een nieuw fenomeen in de hand: tanorexia of zonnebankverslaving.

Het heersende schoonheidsideaal zou de oorzaak zijn van deze verslaving. Vooral jongeren zijn er gevoelig aan omdat ze gemakkelijker beïnvloedbaar zijn. Zonnebankverslaafden maken overdreven gebruik van de zonnebank in een poging steeds bruiner te worden. Zoals we reeds hierboven bespraken brengt dit grote risico’s mee.

Tags , ,

Hoe de griep voorkomen?

Het is belangrijk de griep te voorkomen omdat het ernstige gezondheidsproblemen kan meebrengen. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. De griep volledig uitsluiten is niet mogelijk als je weet dat er meer dan 200 soorten griep bestaan. Maar je kan de risico’s alvast beperken.

Om te beginnen kan je je laten vaccineren. Er zijn verschillende soorten griep, en dus ook verschillende soorten vaccins.  Daarom brengt men elk jaar in de herfst een nieuw vaccin uit. Het beschermt tegen de meeste soorten griep die voor dat seizoen verwacht worden. Voor sommige bevolkingsgroepen wordt het vaccin extra toegankelijk gemaakt door het goedkoper of gratis aan te bieden, bijvoorbeeld voor zwangere vrouwen, mensen met bepaalde gezondheidsproblemen of van een bepaalde leeftijd,…

In de tweede plaats zijn hygiënische maatregelen van groot belang. Was regelmatig je handen met water en zeep en droog ze of gebruik een handcleaner op basis van alcohol. Doe dit zeker voor het bereiden van voedsel, na een toiletbezoek of na contact met zieke mensen, na een bezoek aan een warenhuis of andere publieke plaatsen. Ook na het hoesten, niezen, neus snuiten of het aanraken van gebruikte zakdoeken was je best je handen. Als je niest of hoest kan je schade beperken door je neus of mond te bedekken met een zakdoekje.

Je gebruikt best wegwerpzakdoekjes voor het snuiten van je neus. Gebruikte zakdoekjes gooi je ook meteen weg.

Raak niet onnodig je neus, mond, oren of ogen aan. Dit zijn de plaatsen waardoor het virus het lichaam eventueel kan binnendringen. Zo vermijd je dat je zelf het virus binnenbrengt als je er mogelijk mee in contact bent gekomen.

Als iemand in het huishouden last heeft van griep, poets dan regelmatig de plaatsen en voorwerpen in het huishouden waarmee men het virus zou kunnen doorgeven: klinken, telefoons, badkameroppervlakten, …

Deel geen glazen, flessen of drinkbussen. Was borden, bestek etc. zorgvuldig af. Als deze niet grondig gezuiverd worden na het gebruik zijn ze ideaal om het virus over te dragen.

Verder is het ook belangrijk afstand te houden. Vooral als bekend is dat iemand de griep heeft vermijd je beter overbodig contact. Als iemand symptomen heeft, zoals niezen of hoesten, blijf je best op een afstand van minstens 1 meter. Als je zelf de griep hebt blijf je ook best thuis en vermijd je bezoek of ander contact met mensen. Op deze manier voorkom je dat je ook anderen besmet. Om deze redenen vermijd je best drukke plaatsen en plaatsen die slecht verlucht worden.

Een gezonde levensstijl kan in veel gevallen ook de griep voorkomen. Een gezonde voeding, voldoende nachtrust en ontspanning, lichaamsbeweging zijn erg belangrijk. Als je immuunsysteem op een laag pitje staat vermijd je ook best trainingen van langer dan anderhalf uur, maar zoek wel regelmatig de buitenlucht op.  Als je zorgt dat je voldoende vitamine C inneemt kan de duur van de ziekte verkorten.

Tags

Wat is kleurenblindheid?

Kleurenblindheid treft 8 % van de mannen en 0,4% van de vrouwen. Zij  zien kleuren niet zoals anderen. De oorzaak hiervan is de ongevoeligheid van een specifieke soort cel in het oog.

Kleurenblinden zijn geen blinden: ze hebben een zicht zoals ieder ander. Ze zijn enkel ongevoelig voor bepaalde kleuren. Kleurenblindheid houdt meestal geen volledige gebrek aan kleurgevoeligheid in, al is dit soms wel het geval.

Wat loopt er mis?

Op ons netvlies, bevinden zich twee soorten cellen die we tegelijk nodig hebben om goed te zien. We hebben gemiddeld 120 miljoen erg lichtgevoelige  ‘staafjes’ op het netvlies. Hiermee kunnen we geen kleuren waarnemen. Wat je in het donker ziet is het werk van deze cellen: zwart, wit, grijstinten, vormen en bewegingen. De kegeltjes – zo’n 7 miljoen – hebben meer licht nodig om te functioneren. Ze nemen details en kleuren waar. Hierin bestaan drie soorten, ze nemen elk een kleur waar: rood, groen en blauw. Elke andere kleur is steeds een combinatie van deze drie. Het is dit laatste type van cellen dat disfunctioneert bij kleurenblinden.

Waarnemen en zien

Het zien is de interpretatie die we geven aan de signalen die de staafjes en de kegeltjes doorgeven aan de hersenen. Als er dan bijvoorbeeld geen signalen voor de kleur groen naar de hersenen gestuurd worden, dan zal men deze ook niet zien. Dat noemen we dan kleurenblindheid.

Dit onderscheid tussen kleuren waarnemen en kleuren zien is het duidelijkst bij pasgeboren baby’s. Hun ogen zijn vanaf de geboorte in staat alle kleuren, bewegingen en vormen waar te nemen. Maar hun hersenen kunnen de signalen nog niet volledig interpreteren, omdat ze nog niet volledig ontwikkeld zijn.

Erfelijk

De rood-groen kleurenblindheid wordt veroorzaakt door een gen op het X-chromosoom, waardoor mannen er vaker onder lijden. Vrouwen hebben namelijk nog een tweede X-chromosoom die een eventueel ‘gebrek’ in de andere chromosoom kan compenseren. Bij meisjes manifesteert kleurenblindheid zich enkel als moeder drager is van het kleurenblindheidsgen én vader kleurenblind is. Een jongen daarentegen zal al kleurenblind zijn als hij het gen van zijn moeder meekrijgt.

Kleurenblindheid voor de kleur blauw komt nauwelijks voor. Dit gen bevindt zich op een op ander chromosoom waardoor de kansen voor mannen en vrouwen gelijk liggen.

Kleurenblindheid kan zijn ook op latere leeftijd voordoen door een wijziging in samenstelling van chromosomen of door een intoxicatie. In dit geval is het niet erfelijk.

Soorten kleurenblindheid

Volledige kleurenblindheid komt zelden voor (0,005%). Hier zijn dan geen kegeltjes aanwezig, er is er geen enkel werkzaam of de hersenen kunnen de signalen niet verwerken. Kleurenblinden van deze variant zien dan in grijstinten.

Een ander fenomeen heb je wanneer er slechts een soort van de drie soorten kegeltjes werkzaam of aanwezig is.  Ook dit is een zeer zeldzame variant van kleurenblindheid (0,042%).

Een frequenter voorkomende vorm (2,205%) is het werkzaam zijn van twee soorten kegeltjes. Hierdoor valt de waarneming van één van de drie kleuren weg.

De meest voorkomende vorm van kleurenblindheid houdt in dat men wel alle kleuren kan zien en waarnemen maar dat er een verschoven gevoeligheid is voor een bepaalde kleur (6, 283%).

Nachtblindheid is geen echte kleurenblindheid: het is een lagere gevoeligheid van de staafjes bij weinig licht door een tekort aan vitaminen A zijn of een genetische afwijking.

Concrete gevolgen

Mensen met kleurenblindheid kunnen sneller in problemen komen dan anderen. Het heeft geen grote maatschappelijke gevolgen, maar voor bepaalde beroepen, zoals schilder, piloot, treinmachinist,…  is een volwaardige kleurzin wel vereist. In deze beroepen hebben kleuren vaak een signaalfunctie: gekleurde kabels, gevaartekens, verkeerslichten,…

Kleurenblinden ontwikkelen dan ook – vaak uit noodzaak – een talent voor het vinden van patronen of structuren.

Behandeling

Kleurenblindheid geneest niet, er is geen behandeling voor. Er wordt meer en meer gebruik gemaakt van methodes om het leven gemakkelijker te maken voor kleurenblinden, zoals aanduidingen met kleuren aanvullen met aanduidingen door middel van vormen, onderlijningen of andere symbolen die ook duidelijk zijn voor kleurenblinden.

Tags

Onderzoek van de teelballen

Het is belangrijk te weten hoe je teelballen normaal gezien aanvoelen, zodat je het op tijd kan herkennen wanneer er iets ongewoon gebeurt. Wie regelmatig zijn teelballen onderzoekt zal teelbalkanker sneller ontdekken.

Teelbalkanker

Teelbalkanker is een kanker die niet erg vaak voorkomt maar tegelijk de meest voorkomende kanker bij mannen. Slachtoffers hebben meestal een leeftijd tussen de 15 en 34. Je kansen op teelbalkanker liggen hoger als een van je teelballen te laat of niet zijn ingedaald of als dichte familie er al last van had.

Daarom is het belangrijk eens in de maand je teelballen te onderzoeken, zodat je er zeker op tijd bij bent, moest het zich voordoen. Je doet dit best in bad of onder de douche, omdat het scrotum dan ontspannen is.

Hoe pak je dit best aan?

Je neemt je scrotum vast met beide handen. Door te voelen en rollen met de duimen en de vingertoppen vergelijk je de teelballen en raak je gewend aan de normale vorm. Deze normale toestand van de teelballen houdt in dat ze zacht aanvoelen, zonder knobbels, zwellingen of harde zones. Kleine verschillen in grootte van de teelballen zijn normaal, dit is geen reden om je zorgen te maken. Hetzelfde geldt voor teelballen die niet even hoog hangen.

Vervolgens onderzoek je best elke teelbal apart. Vanboven en aan de achterkant voel je zacht en gehobbeld de ‘epididymis’ of de bijbal. Dit is geen ongewoon gezwel.  Een eventuele zwelling zit ingebed in het oppervlak van de teelbal.

Je gaat vervolgens ook best na of er iets veranderd is aan de huid van het scrotum.

Wat als je iets vreemd voelt?

Als je een kleine knobbel of zwelling voelt in een van de teelballen, een van de teelballen harder is dan de andere, als je scrotum zwaar of ongemakkelijk aanvoelt of je sperma bloed bevat of  een vreemde geur heeft contacteer je best een arts. Andere symptomen kunnen zijn: een dof en zwaar gevoel in de onderbuik, vergroting van de teelbal, een zwelling van de borstklier of het gebied rond de tepel,…

Een klein, hard knobbeltje, ter grootte van een erwt kan op teelbalkanker wijzen. Maar de meeste zwellingen of knobbeltjes zijn geen kanker, toch laat je er best een arts naar kijken. Die kan dan onderzoeken wat er de oorzaak van is. Als je het negeert zal de kanker groeien en bestaat de kans dat het zich zal uitbreiden naar de rest van het lichaam.

Behandeling

Als uit onderzoek een kwaadaardige kanker blijkt zal men moeten ingrijpen. De teelbal wordt dan operatief verwijderd via een kleine snede in de lies. De ingreep duurt niet lang, na enkele dagen kan je het ziekenhuis al verlaten. Afhankelijk van het stadium van de kanker is nog extra chemotherapie of radiotherapie nodig.

Er zijn normaal gezien geen gevolgen voor het libido of de vruchtbaarheid zolang de overgebleven teelbal gezond is. Als er op tijd wordt ingegrepen is de ingreep zeer efficiënt en zal bijna 100% van de patiënten ervan genezen, zelfs als er al uitzaaiingen waren.

Tags , ,

Wat is nachtangst?

Nachtangst is een slaapstoornis die deel uitmaakt van de parasomnia. Deze naam groepeert een aantal onwenselijke vormen van beweging of gedrag tijdens de slaap, zoals bijvoorbeeld ook slaapwandelen. Nachtangst komt relatief vaak voor bij kinderen. Het gedrag van een kind dat aan nachtangst lijdt, kan soms lijken op de gevolgen van een gewone nachtmerrie, maar het gaat hier wel degelijk om een specifiek probleem. Hieronder lees je meer over deze slaapstoornis.

Hoe kan ik zien of mijn kind aan nachtangst lijdt?

Nachtangst uit zich in een groep gedragsmatige en lichamelijke symptomen. Het kind schreeuwt, gilt, is geagiteerd en vertoont een gelaatsuitdrukking die extreme angst verraadt. Het lijkt wakker maar reageert niet op zijn of haar omgeving. Wanneer je het kind wilt kalmeren of troosten, zal het je vaak wegduwen en proberen te vluchten. Dit kan erg verwarrend en kwetsend zijn voor de ouders, maar je mag niet vergeten dat het kind op dit moment niet volledig bij bewustzijn is en zich vooral bedreigd voelt! Oudere kinderen springen soms uit bed en lopen dan doelloos rond, om te ontkomen aan het gevaar waarin zij zich denken te bevinden. “Aanvallen” van nachtangst duren meestal slechts enkele minuten, waarna het kind terug in een diepe slaap valt.

Wat de lichamelijke symptomen betreft, gaat het vooral om een zeer hoge hartslag, een zweterige huid, verwijde pupillen en een versnelde ademhaling. Al deze symptomen wijzen op een (onvrijwillige) activering van het zenuwstelsel.

Wie krijgt nachtangst?

De slaapstoornis piekt bij 5 tot 7-jarige kinderen. In deze leeftijdsgroep hebben 3 op 100 kinderen er last van. Een lichtere vorm van nachtangst is frequent bij peuters en kleuters (ongeveer 15%).

Bij het ontwikkelen van nachtangst speelt een erfelijke factor mee: kinderen met een verwant in de eerste graad (moeder, vader, broer, zus) die aan de stoornis lijdt (of geleden heeft), hebben meer kans om het zelf te krijgen. Kinderen van wie beide ouders vroeger last hadden van nachtangst, lopen nog meer risico.

Het geslacht van het kind is geen factor, wat nachtangst betreft. Wel zal de stoornis geregeld gepaard gaan met andere parasomnia of slaapstoornissen, zoals slaapwandelen, tandenknarsen, ademhalingsstoornissen en nachtmerries.

Tot slot zijn kinderen die een bepaalde vorm van medicatie nemen extra kwetsbaar voor nachtangst. Het gaat hier bijvoorbeeld om kalmeringsmiddelen of antidepressiva.

Het is geruststellend te weten dat nachtangst in bijna elk geval voorbijgaat, wanneer kinderen de late kindertijd of de adolescentie bereiken. Meestal is medicatie niet nodig om de stoornis te behandelen. Het beste wat je als ouder kan doen, is je voorzorgen nemen: sluit ramen en deuren, leg je kind eventueel op het gelijkvloers te slapen en zorg dat er geen voorwerpen liggen waaraan het zich aan kan bezeren.

Tags , , ,

Vaccinatie, wat is het?

Vaccinatie is al decennialang een bekend en vertrouwd begrip. We laten onze kinderen vaccineren tegen pokken, tetanus en hepatitis, wie op reis gaat naar de tropen laat zich vaccineren tegen malaria… Maar wat houdt zo’n vaccinatie precies in en op welke wijze beïnvloedt dit je lichaam? Hieronder gaan we er even dieper op in.

Wat is een vaccin?

Ons immuunsysteem is erop getraind om snel ziektekiemen of virussen te ontdekken en die ook te onthouden. Vaccins maken hier gebruik van. Ze stellen je lichaam bloot aan een gedode of verzwakte vorm van het organisme of virus dat een bepaalde ziekte veroorzaakt. Het organisme is onschadelijk gemaakt, waardoor je niet ziek wordt, maar je lichaam herkent het nog steeds als ziektekiem, waardoor je immuunsysteem gaat reageren. Het stuk van de indringer waar het lichaam op reageert noemen we het antigen.

Hoe reageert je lichaam op de vaccinatie?

Je lichaam zal dus reageren alsof het getroffen wordt door het ziekmakend organisme. Het afweersysteem zal extra cellen aanmaken om de indringers te bestrijden. Het gaat hier om twee soorten cellen, namelijk plasmacellen en B-geheugencellen. De reactie van je lichaam gebeurt in twee stappen:

1. De plasmacellen maken in ijltempo een zeer groot aantal antilichamen aan. Deze cellen bestrijden de indringers door zich aan hen vast te klampen en hen zo te neutraliseren. De concentratie antilichamen in het bloed piekt ongeveer 14 dagen na de vaccinatie. Deze stap noemt men de primaire respons.

2. Naast de plasmacellen zijn er dan nog de B-geheugencellen, die informatie bijhouden over de ziekmaker. Enkele weken na de vaccinatie zijn de plasmacellen weer verdwenen, maar de B-geheugencellen niet. Zij blijven jarenlang aanwezig in slaapmodus. Wanneer je lichaam ooit weer blootgesteld wordt aan hetzelfde organisme, wordt dit meteen herkend door de B-geheugencellen, die de productie van plasmacellen in gang zetten. Omdat de plasmacellen al eens hebben moeten optreden tegen hetzelfde organisme, zijn zij in staat op korte tijd zeer veel antilichamen te ontwikkelen. Die vallen dan de ziekmakers aan, voor deze de kans hebben om gezonde cellen aan te tasten. Deze versnelde reactie die op gang gebracht wordt door de B-geheugencellen noemen we de secundaire respons.

Is er een verschil tussen  vaccins?

Er bestaan meerdere soorten vaccins. Enerzijds heb je vaccins die nog levende, verzwakte organismen bevatten. Deze vaccins kunnen zorgen voor een levenslange immuniteit. Anderzijds heb je vaccins die een dood organisme bevatten, of die enkel het antigen van het organisme bevatten, die de reactie van het lichaam oproept. Deze moeten na een bepaalde periode opnieuw toegediend worden, zodat je lichaam de indringers kan blijven herkennen.

Tags , ,

Opletten voor hondsdolheid

Hondsdolheid (of rabiës) is een virale ziekte waarbij het rabiësvirus via de hersenen en het ruggenmerg het zenuwstelsel infecteert. Het virus komt voor in het speeksel van geïnfecteerde dieren zoals honden, vossen, wolven, wasberen, katten, vleermuizen, apen, stinkdieren en mangoesten. Mensen die door een geïnfecteerd dier gebeten worden, kunnen door het virus getroffen worden.

De laatste tijd begint men echter aan te nemen dat het rabiësvirus zich ook via de lucht kan verspreiden. Er zijn gevallen bekend van mensen die besmet werden met het virus na het bezoeken van grotten waarin vleermuizen woonden. Deze mensen werden niet door de dieren gebeten.

Wat zijn de symptomen van hondsdolheid?

De symptomen van hondsdolheid verschijnen tussen de 9 en 90 dagen na het contact met een geïnfecteerd dier. Maar meestal duurt het minstens een maand voor je iets begint te merken. De eerste symptomen ontwikkelen zich rond de plaats van de beet. Die begint te jeuken en te tintelen en voelt soms koud aan. Vervolgens treedt er lichte koorts op, die gepaard gaat met een algemeen ziektegevoel. In een derde fase volgen rillingen en slikproblemen. De patiënt is rusteloos en vertoont abnormaal gedrag, zoals bijzondere opgewektheid of woedeaanvallen. Andere symptomen zijn kwijlen, spierspasmen en soms zelf verlamming.

Hoe wordt hondsdolheid behandeld?

De ziekte ontwikkelt zich bij ongeveer de helft van de mensen die door een geïnfecteerd dier worden gebeten en zich niet laten behandelen. Je neemt dus beter geen risico’s en zoekt best zo snel mogelijk hulp wanneer je gebeten wordt. Het eerste wat je moet doen, is de wond zeer grondig wassen met water en zeep en daarna ontsmetten. De medische behandeling bestaat vervolgens uit een injectiedosis rabiës immunoglobine en rabiësvaccin, zo snel mogelijk na de beet. Hierna volgen nog vijf andere injecties, gedurende een periode van 90 dagen. Je arts kan hier ook een tetanusinjectie aan toevoegen.

Hoe kan ik mij beschermen tegen hondsdolheid?

Er zijn vaccins beschikbaar die je immuun maken tegen hondsdolheid. De vaccinatie bestaat uit drie doses vaccins die je toegediend krijgt gedurende een periode van 28 dagen. Opgelet: je bent pas volledig immuun 30 dagen na het aflopen van de vaccinatiebehandeling!

Mensen die naar gebieden reizen waar hondsdolheid vaak voorkomt bij zowel huisdieren als wilde dieren, laten zich best vaccineren. Het gaat hier om gebieden als Zuid-Oost-Azië, Latijns-Amerika, India en de grootste delen van Afrika.

Tags ,

Hoe voorkom je sportblessures?

Elk jaar vinden tienduizenden mensen hun weg naar de dokter vanwege sportblessures. Sporten is noodzakelijk om een goede conditie te blijven hebben, je lichaam in vorm te houden en een gezonde levenswijze aan te gaan. Maar als je niet de juiste trainingsmethodes gebruikt, kunnen je spieren en gewrichten er ernstig onder lijden. Sporten opgeven is geen optie, dus moeten we proberen om zo te sporten dat we blessures voorkomen.

Vermijd dehydratatie

Drink voldoende tijdens het sporten. Dat is uitermate belangrijk. Wacht niet totdat je dorst krijgt om te drinken, maar houd je waterfles voortdurend bij de hand. Als je gestopt bent met sporten, kan je best nog steeds voldoende blijven drinken.

Van dehydratatie krijg je hoofdpijn, een goede indicatie dat je te weinig gedronken hebt!

Om dezelfde reden is het aan te raden om alcohol en cafeïne te vermijden. Beide staan er bekend om dat ze dehydratatie bevorderen.

Sport niet tijdens de warmste uren van de dag. Ook dat bevordert het uitdrogen. Als je buiten sport, vergeet dan zeker niet om je tegen de zon te beschermen.

De juiste trainingsmethodes

Om het risico op blessures te minimaliseren, helpt het om je op te warmen alvorens je gaat sporten. De opwarming kan bestaan uit joggen en stretchen. Door te stretchen word je flexibeler en op die manier verminder je het risico op blessures.

Afkoelen na het sporten helpt ook de risico’s te verminderen. Door na een zware inspanning nog enkele rondjes te wandelen bijvoorbeeld, zullen je spieren achteraf minder stijf en pijnlijk aanvoelen.

Overbelasting is zeker uit den boze. Wanneer je een nieuwe activiteit begint, bouw het dan mooi en gelijkmatig op. Je moet niet meteen het hoogste niveau willen bereiken. Als je pijn voelt, stop dan ook meteen. Om zeker te zijn dat je de juiste trainingsmethodes hanteert, is het aan te raden dat je lessen neemt, tips aanneemt en je laat leiden door iemand die genoeg van de desbetreffende sport afweet.

Het juiste materiaal

Je kan al beginnen met het uitkiezen van de juiste schoenen, om je voeten, enkels en knieën te ondersteunen. Vooral bij sporten als lopen, netbal en voetbal zijn aangepaste schoenen van groot belang om blessures te voorkomen.

Draag bescherming zoals een helm, handschoenen, beschermstukken voor de ellebogen en knieën, polsbandjes,… Dit kan handig zijn wanneer je een sport beoefent die een groter risico geeft om bijvoorbeeld te vallen, zoals rolschaatsen of fietsen.

Het juiste dieet

Geef je lichaam na een maaltijd de tijd om te verteren. Wacht dus tussen één en vier uur na het eten om te gaan sporten. Maar ook wat je eet is van belang. Voor je gaat sporten kan je best een maaltijd eten die weinig vetten bevat, maar veel koolhydraten (suikers). Vetten kunnen je namelijk een opgeblazen gevoel geven en tijdens het sporten kan dat nogal eens ongemakkelijk zijn. Suikers daarentegen geven e voldoende energie.

Tags , ,
Oudere berichten Nieuwere berichten
Bij www.autoonderdelen24.be kan je voor alles terecht om ook je wagen gezond te houden. Van gereedschap tot reparatietools en onderdelen, je vindt het er het beste voor jouw auto!
© 2025 · goedgezond.be Merken en domeinen zijn eigendom van Internet Ventures. Website beheerd door Volo Media.