De infectieziekte tuberculose of tbc is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door de bacterie Mycobacterium tuberculosis. De laatste jaren werd er over de hele wereld een stijging van het aantal tbc-gevallen vastgesteld, ook in Europa. Tbc is tegenwoordig heel goed te behandelen met antibiotica.
Een tbc-besmetting gebeurt via de lucht. Als besmette personen spreken, hoesten of niezen, brengen ze de bacterie over. De bacterie valt de longen aan en veroorzaakt een kleine ontsteking. Bij gezonde mensen blijft het daarbij, maar mensen met een zwakke weerstand worden er ziek door.
Verschijnselen
De ontsteking kan zich bij mensen met een zwakke weerstand verder uitbreiden en tbc-bacteriën komen zo via de bloedbaan ook in andere organen terecht. De belangrijkste symptomen van longtuberculose zijn aanhoudend hoesten, zweten, pijn in de borstkas, bloed ophoesten en gezichtsverlies
Risicogroepen
In westerse landen treft de ziekte vooral ouderen. Maar in Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse ontwikkelingslanden komt de ziekte nog steeds vaker voor. Daar zijn vooral jongvolwassenen het slachtoffer. Jonge vrouwen (tot 45 jaar) lopen nog meer risico dan mannen.
Tbc komt de laatste jaren terug meer voor, wat te wijten is aan de wijde verspreiding van HIV. HIV-patiënten lopen een groter risico op besmetting dan andere mensen. In westerse landen komt de ziekte vooral voor bij daklozen, drugsverslaafden en asielzoekers.
Behandeling
Als men na onderzoek van de fluimen tuberkelbacteriën gevonden heeft, is een patiënt besmettelijk. Men spreekt dan van een open longtuberculose. Als de andere organen zijn aangetast of patiënten een gesloten longtuberculose hebben, zijn ze doorgaans niet besmettelijk.
Tbc is helemaal geneesbaar. De behandeling duurt ongeveer een half jaar. De patiënt krijgt antibiotica toegediend, maar als de bacterie hiertegen resistent is moet men de behandeling aanpassen. Het tbc-vaccin beschermt vooral tegen zware complicaties als hersenvliesontsteking.